240 maal de ebitda

Het Financieele Dagblad (FD) jokt niet. Dus als bericht wordt dat het Gronings bedrijf Organ Assist verkocht is voor een bedrag van € 24 miljoen dan zal dat zo zijn. Opvallend wordt het bericht wanneer het FD aangeeft dat de verkoopwaarde 240 maal de ebitda is. Dit wil zeggen dat de koper bereid is een koopprijs neer te tellen die gelijk staat aan 240 keer het bedrijfsresultaat!

Om de eurotekens in de ogen van de lezer te temperen meld ik maar gelijk dat in ‘onze branche’ in de markt van overnames bij een ebitda van 10 de vlag bij de verkoper uitgaat.

Ook AMweb bericht met grote regelmaat over overnames in onze bedrijfstak. In de afgelopen maand volgde het ene bericht het andere op, waarin de lezer werd geïnformeerd dat meerdere buitenlandse partijen met volle zakken kapitaal klaar staan om overnames van financieel advieskantoren te doen, dan wel te financieren.

Ik vind dit een bijzondere ontwikkeling. Het is immers nog niet zo lang geleden dat het erop leek alsof de samenleving met groot enthousiasme afscheid aan het nemen was van het model van onafhankelijk financieel advies.  Bijvoorbeeld toen de door en door betrouwbare ouders van het intermediair het geboortekaartje van Well O Well de wereld instuurden. Of toen de volksvertegenwoordigers leegliepen op de perversiteit van provisie. Of toen de AFM het had over Knollen voor Citroenen.

“Het kan verkeren”, zoals Bredero al ooit eens sprak. Vanuit een diep dal is het onafhankelijk intermediair teruggekomen. Met als gevolg dat op dit moment een aantal partijen verlekkerd kijken naar al die hapklare brokjes die de markt op dit moment biedt.

Is dat nu een ontwikkeling waar ik erg blij van word?  Niet echt.

Wat ik zie zijn een aantal partijen die niet meer en niet minder beogen dan zo snel mogelijk de winstgevendheid verhogen om binnen een afzienbare termijn de door hen samengestelde delen weer te verkopen. Wordt verkocht tegen een ebitda van 10 dan betekent elke ton verlaging van de kosten die deze partijen weten te bereiken een vermogenswinst van 1 miljoen. Dat is dan toch goed voor een mooie Porsche en dan houd je nog wat geld over ook. Laten we duidelijk wezen. Twee bedrijven samenvoegen en dan een ton aan kosten besparen is kinderlijk eenvoudig.

Geeft dat reden tot zorg? Ja ik denk van wel. Want de ervaring leert dat klanten van assurantiekantoren niet snel in beweging komen. Je kunt vrij lang klanten een slechte dienstverlening bieden voordat klanten van adviseur wisselen. Heb je als eigenaar een korte horizon en is je focus gericht om de winstgevendheid zo snel mogelijk op een zo hoog mogelijk niveau te brengen dan ligt het gevaar levensgroot op de loer dat dit ten koste gaat van de dienstverlening en klantzekerheid.

Heb je als eigenaar een korte horizon en is je focus gericht om de winstgevendheid zo snel mogelijk op een zo hoog mogelijk niveau te brengen dan ligt het gevaar levensgroot op de loer dat dit ten koste gaat van de dienstverlening en klantzekerheid.

Zijn alle “portefeuille-opkopers” geldwolven? Ik denk het niet. Er zijn ook partijen die concepten voor ogen hebben waarbij ze uitgaan van plaatselijke, sterke vestigingen die toegang krijgen tot alle expertises die voor de lokale klant relevant kan zijn en die wél mikken op een hoge kwaliteit van dienstverlening. En ja ook zij doen dit niet om een plaatsje in de hemel te verdienen, maar hopen bij het scheiden van de markt een fraai rendement te behalen. Echter, niet ten koste van de zekerheid waarop de klant recht heeft.

Tussen opkopers van assurantieportefeuilles zitten verschillen. De “goeden” lopen daarbij het levensgrote risico uiteindelijk door wet- en regelgever afgerekend te worden op grond van het gedrag van de boefjes. Ook het zelfstandige intermediair loopt het risico dat wanneer er “incidenten” komen, de wetgever ingrijpt en aanvullende eisen stelt op het gebied van nazorg, onderhoud en dienstverlening.

Ik vind het een positieve ontwikkeling dat marktbreed de visie aangehangen wordt dat de adviseur met een sterke, lokale positie de sleutel voor succes in handen heeft. Dat daarbij nieuwe vormen ontstaan waardoor ook kleinere ondernemers de beschikking krijgen over expertises die voorheen alleen aan heel grote kantoren waren voorbehouden is boeiend om te zien. Dit illustreert dat meer en meer de “macht” van de producent naar het distributie- cq advieskanaal, verschuift

De armzalige focus op het verhogen van de ebitda ten koste van de klant is naar mijn stellige mening echter een doodlopende weg.

Oh ja: hoe kun je als adviseur de koper herkennen die het beste met zijn toekomstige klanten voorheeft? Luisteren: waar gaat het acquisitie gesprek over. Alleen over geld of ook over het welzijn van de klant? Wat als het beeld dan nog steeds niet scherp is?

Dan maar even naar buiten kijken en de cataloguswaarde van de auto van de aspirant koper van uw portefeuille inschatten.

Interessant artikel? Deel het!

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via LinkedIn
Deel via E-mail
X